Over René Luyten, ‘toen een garde nog garde was ‘

 

                                                                             

In het jaar 1919 werd René geboren te Kelbergen als 4de kind in het gezin Luyten-Aerts. Hij groeide er op zoals de meeste kinderen op het platteland in die tijd: school gelopen op de Vleugt bij meester Grootjans, helpen op de boerderij waar het hard labeur was, ravotten met de jongens uit de buurt in de bossen van Kelberg en op Schellekensberg en met de familie naar de kerk op zondag.

René ’s vader had gediend in het Belgisch leger voor en tijdens de eerste wereld oorlog en was beëdigd jachtwachter. Hij was ook kandidaat veldwachter voor Schaffen na de grote oorlog maar, door politieke perikelen, kwam er een ander in de plaats en werd hij jachtwachter. René trok dan ook veel op met vader wanneer hij de bossen in trok met zijn honden.

Na zijn schooltijd was zijn eerste werk mee te gaan met een neef naar een bietencampagne in Frankrijk. En vervolgens ging hij aan de slag bij zijn nonkel Henri die een klein aannemersbedrijf had. Hij was toen metserdiender, een letterlijk zwaar beroep. En in juli 1939 is hij zijn militaire dienstplicht gaan vervullen op het vliegplein te Schaffen. Na de capitulatie van het Belgisch leger was hij terug thuis op 21 augustus 1940.

Kort daarna verkreeg hij in Schaffen de plaats van gemeentebode, zeg maar hulpveldwachter. En als ‘de jonge garde’ loste hij in 1942 veldwachter Louis Claes af na diens pensionering. In die tijd geen eenvoudige job en voortdurend tussen 2 vuren: enerzijds de bezetter waarvoor hij allerlei taken diende op te volgen en anderzijds de bevolking, waarvoor hij probeerde het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Van de Duitse bezetter, die dan op het vliegplein was gestationeerd, moest hij kamers en zelfs huizen opeisen, kook- en poetsmateriaal en ook etenswaren doen leveren zoals aardappelen, meel en eieren. Uiteraard viel dit hoegenaamd niet in goede aarde bij de Schaffenaren. Maar door zijn bijdrage aan het verzet werd hem dit nadien niet kwalijk genomen.

Op 6 september werd Schaffen door de geallieerden bevrijd en was het tijd om te trouwen met zijn Louise. 21 oktober was het de heugelijke dag. En na het eind van de oorlog op 9 mei 1945 begon het meer normale leven. Als garde stond hij in voor een ganse resem administratieve zaken en alle praktische taken voor de veiligheid van de burgers en het beteugelen van strafbare zaken. Het is nauwelijks voor te stellen dat één enkel persoon al deze taken aankon als je nu vergelijkt met de politiezone waar om en bij de 100 politiemensen aan de slag zijn voor Diest en Scherpenheuvel.

Hij was als volksmens zeer geliefd bij de Schaffense mensen en mede daardoor werd hij voorzitter bij de Sebastiaansgilde. De voornaamste activiteiten waren er – en zijn nog steeds- boogschieten en volksdansen. Bij de burgerbescherming was hij voorman en hij was ook lid van de club voor pistoolschieten. Uiteraard bracht dit een ganse vriendenkring mee en veel sociale contacten binnen en buiten Schaffen. En op 60–jarige leeftijd, in 1979 dus, besloot hij met pensioen te gaan en kon hij zich intens wijden aan de gilde en de vriendenkring van oudgediende militairen en burgerbescherming. Na het overlijden van zijn geliefde vrouw in 1997 zijn deze sociale contacten nog belangrijker geworden en heeft hij ook de tijd gevonden om zijn memoires te schrijven en af en toe een cursiefje te plegen.

We kunnen alleen maar bewondering hebben voor dit rijke leven van deze volksmens die als voorbeeld kan dienen omwille van zijn inzet voor de gemeenschap en zijn sociale ingesteldheid.

We wensen ‘ garde René’ nog een lang en mooi leven en we danken hem voor wat hij voor ons dorp heeft betekend en nog steeds betekent.